Scheepsstoker Wim de Lange hielp mensen ontsnappen uit Slot Colditz maar kreeg daarvoor decennia lang geen erkenning. Woensdag wordt hij postuum onderscheiden.

Hij is waarschijnlijk de enige niet-officier die op 14 juli 1940 weigerde zijn handtekening te zetten onder de erewoordverklaring aan de Duitse bezetter. Wim de Lange, geboren in Nederlands-Indië en stoker 2de klasse van de Koninklijke Marine, is een van de 69 mannen die weigert te beloven nooit meer de wapens op te nemen tegen de vijand. De ‘erewoordweigeraars’ worden afgevoerd naar Slot Colditz en later Kamp Stanislau, waar De Lange zich ontpopt tot helpende hand bij tal van ontsnappingen. Het is onduidelijk hoeveel mensen De Lange daadwerkelijk hielp ontsnappen uit Colditz.

Woensdagmiddag wordt De Lange postuum onderscheiden voor zijn aandeel in de Tweede Wereldoorlog. Nazaten van de marine-man ontvangen het Mobilisatie-Oorlogskruis, een herinneringsmedaille die toekomt aan alle militairen die vlak voor of gedurende de oorlog in dienst zijn geweest.

Vergetelheid

Na de oorlog raakt Wim de Lange in de vergetelheid. Waar veel van zijn oude Knil-kameraden, van het koloniale leger uit Nederlands-Indië, na de bevrijding meteen naar Nederlands-Indië gaan, blijft De Lange in Nederland, waar hij tot zijn teleurstelling niet wordt toegelaten tot de marineopleiding in Den Helder. Uit frustratie keert De Lange de marine de rug toe, en vindt via via een baantje bij een snackbar in Den Haag, als krokettendraaier. Tijdens dit werk volgt De Lange een avondstudie aan de hogere technische school en werkt hij zich later op tot een hoge technische functie bij Tomado, een Nederlandse fabrikant van huishoudelijke producten, en later Organon in Oss.

Wim de Lange en familie

Wim de Lange met zijn vrouw en twee dochters. © Foto familie De Lange.

Erkenning voor zijn heldendaden in de oorlog komt er voor De Lange echter nooit. Uiteindelijk sterft de marinier in 1976, op 56-leeftijd.

Zijn jongste broer Philip, nu 92 jaar oud, legt zich niet neer bij de miskenning van zijn broer Wim. Hij onderneemt midden jaren tachtig diverse stappen om voor zijn dan al overleden broer een militaire onderscheiding af te dwingen. Philip de Lange vraagt meerdere ex-Colditzgangers om raad en aanbevelingen, die hij ook krijgt. De op dat moment prominente militairen, onder meer (oud-)officieren, springen in de bres voor hun voormalige kameraad, en schrijven brieven die broer Philip naar Defensie stuurt. Een onderscheiding blijft echter uit, tot vandaag. Waarom het halverwege de jaren tachtig niet lukte, is niet duidelijk.

In Museum Bronbeek, waar het Knil centraal staat, krijgt De Lange alsnog zijn onderscheiding. Zijn vier kinderen zijn woensdag bij de plechtigheid aanwezig, voor hen komt de medaille voor hun vader als een verrassing, ze zijn vooraf niet op de hoogte gebracht. Ook zijn broer Philip zal bij het emotionele moment aanwezig zijn.

Katjongs van Colditz

De Molukse schrijver en journalist Herman Keppy dook in het verhaal van de groep ‘erewoordweigeraars’, van wie de meerderheid leden waren van het Knil. In Bronbeek is de tentoonstelling ‘Katjongs in Colditz’ van Keppy te zien, over de krijgsgevangenen die het verzoek van de bezetter afsloegen en werden afgevoerd naar het slot in Oost-Duitsland.

Wim de Lange

Stoker Wim de Lange, uiterst rechts, tijdens de oorlog met Nederlandse officieren in gevangenschap in Duitsland. © Foto: familie Hans Goedkoop

Zo’n 14.000 andere militairen, voornamelijk Nederlanders, gaven wel hun erewoord. Waarom vooral militairen uit Nederlands-Indië dit niet deden is volgens Keppy nooit duidelijk geworden. “Misschien wisten de Knil-militairen niet dat bijna iedereen wel tekende. Van wat er bekend is, werd er op die dag vrij principieel besloten het erewoord te weigeren, waarop iedereen werd afgevoerd.”

Bij Keppy ontstaat een bijzondere interesse in het verhaal van de scheepsstoker Wim de Lange, die als twintigjarige niet-officier ook ‘nee’ zei tegen de Duitse bezetter. “In Slot Colditz ontpopte De Lange zich tot een hele intelligente en technisch handige jongen, die hielp bij tal van ontsnappingen, of pogingen”, vertelt Keppy. Zo bouwde De Lange een valse wand onder een toneel waarachter een groep mannen zich schuilhield tot de nacht viel, waarop zij konden vluchten. De jonge militair vluchtte zelf volgens Keppy nooit, omdat hij vanwege zijn handigheid nodig was bij het helpen van andere krijgsgevangenen.

300 vluchtpogingen

Ontsnappen uit Colditz was niet eenvoudig, maar werd wel vaak geprobeerd, weet Keppy. “Gemiddeld één op de tien dagen vond er in het slot een ontsnappingspoging plaats”, zegt de schrijver. Slechts 31 van de 300 vluchtpogingen slaagden en zes Nederlanders wisten daadwerkelijk uit te breken. “De Duitsers in Colditz hadden respect voor de erewoordweigeraars. Zij werden door de Duitse soldaten gezien als goede militairen. Wie werd teruggepakt werd feestelijk onthaald. Gevangenenbewaarders gingen met de ontsnapten op de foto, daarvan zijn zelfs ansichtkaarten gemaakt.” Die kaarten zijn nu onderdeel van de collectie in Bronbeek, net als bijvoorbeeld stempels waarmee identiteitsbewijzen werden vervalst.

Na twee jaar werd de groep ‘erewoordweigeraars’ afgevoerd naar Kamp Stanislau, een nazi-kamp dat volgens de huidige Europese grenzen op Oekraïense grondgebied ligt. Ook uit Stanislau probeerden Nederlanders te ontsnappen, sommigen slaagden hierin. Wat de rol van Wim de Lange in Stanislau was, is echter onbekend. Uiteindelijk werd hij door de Russen bevrijd.