Francis Steinmetz was een man van weinig woorden. Bovendien heeft een militair nooit kritiek op zijn meerderen…

DOOR PETER BRUSSE – 11 maart 2006

Kapitein-luitenant ter zee Francis Steinmetz, op 2 januari op 91-jarige leeftijd in Maastricht overleden, wist in de Tweede Wereldoorlog te ontsnappen uit het Duitse krijgsgevangenkamp Colditz dat vooral bekendheid kreeg door de gelijknamige BBC-serie. Tijdens een partijtje rugby liet hij zich samen met een medegevangene, luitenant Larive, in een klein putje vallen. ‘Er stond zeker een halve meter water in’, zei hij een jaar geleden in het tv-programma Andere Tijden. Volgens afspraak knipte een derde gevangene een gat in het prikkeldraad en riep: ‘Vlucht, vlucht, ik ben gepakt’. De Duitse bewakers renden, als gehoopt, door het gat naar buiten. Toen het donker werd, kropen de twee op hun beurt door het gat. Ze reisden twee dagen te voet en per trein richting Rinsen aan de Zwitserse grens. Daar was geen grensbewaking, had een Duits officier zich laten ontvallen bij een eerdere ontsnappingspoging van Larive. Zij sliepen op een begraafplaats, waar tot hun schrik Duitse soldaten ’s nachts kwamen vrijen. Op 18 augustus 1941 bereikten zij Zwitserland en kregen het advies vermomd als planter naar Cuba te gaan. In een verzegelde trein konden zij met valse paspoorten via bezet Frankrijk naar het neutrale Spanje. In Barcelona gingen zij aan boord van een eveneens neutraal schip met joodse emigranten op weg naar Palestina. Zij wantrouwden het tweetal, de Royal Navy haalde hen van boord. Vier maanden later werden zij door koningin Wilhelmina in Engeland verwelkomd. Steinmetz werd naar West-Indië en later Australië gezonden om koopvaardijschepen te beschermen. Op een van zijn tochten ontplofte zijn torpedoboot, hij werd in zee geslingerd en raakte lichtgewond.

Francis Steinmetz – in de wandeling Flant of Flanti genoemd – werd in Batavia geboren als zoon van een hoog koloniaal ambtenaar. Hij kwam op zijn 14de naar Nederland en ging onder druk van zijn moeder naar de marine. Vlak voor de oorlog werd zijn onderzeeër, de O11, bij IJmuiden overvaren. Hij kwam ongedeerd boven water en dook terug om zijn mannen uit het wrak te halen. ‘Lef, moed? Als eerste officier ben je verantwoordelijk.’ Hij behoorde tot de zeer kleine groep van 69 officieren die in 1940 weigerde op erewoord te beloven geen enkele actie tegen de Duitsers te ondernemen. Daarom werden zij als krijgsgevangenen naar Duitsland gestuurd. Hij mocht, vond hij, de eed aan de koningin niet breken. Via Soest in Westfalen en Juliusburg aan de Poolse grens, ‘de leerschool voor ontsnappingen’ kwamen de Nederlanders in Colditz.

Na lang aandringen vertelde hij over zijn ervaringen. Hij was een man van strenge beginselen, ijzersterke discipline, weinig woorden en toonde geen emotie. Koningin Wilhelmina had de Colditz-groep een speciale onderscheiding willen geven, maar de militaire top, die de Duitse verklaring wel had getekend, zag dit als kritiek op eigen handelen en verzette zich. Steinmetz toonde geen wrok: een militair past geen kritiek op zijn meerderen.

Van 1947 tot 1950 was hij adjudant van prins Bernhard. Hij vergezelde hem op diens reizen, maar sprak er nooit over. Hij diende in Nieuw-Guinea en zwaaide in 1969 af als gezagvoerder van de torpedobootjager Limburg. Hij verdiepte zich in de familiegeschiedenis en schreef een boek over adelborst Steinmetz die in 1822 in een spionageschip rond Zuid-Amerika voer. Hij werkte aan een nieuw boek over een Steinmetz die tegen Napoleon vocht.

In de Nederlandse pers bleef zijn overlijden vrijwel onopgemerkt, de Britten eerden een Colditz-held.

Bron: Overgenomen uit de Volkskrant